artikel Vrij Nederland, 28 augustus 1999
Gekuip en gekonkel in de paardenfokkerij.
Het treurige leven van hengst Guldenberg.
Het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland is het grootste stamboek van Nederland, maar niet het bestgeorganiseerde. Dubieuze hengstenkeuringen, kwestieuze benoemingen en belangenverstrengelingen maken het KWPN 'moreel rot', meent een insider. De zaak-Guldenberg, of hoe een topper dankzij corrupte praktijken nooit een dekhengst werd.
De Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek in Nederland (KWPN) zetelt in een statig pand in Huis ter Heide. Beschermheer is prins Bernhard en hoofdsponsor is al tien jaar de Rabobank. Kortom, een keurige instelling waar keurige mensen de scepter zwaaien.
Nou nee, zegt Anton van Lijssel, in het dagelijks leven directeur van de Riagg Helmond en oud-secretaris van de afdeling Zuid-Holland van het stamboek. 'De KWPN-bobo maakt nooit fouten en geeft dus nooit een fout toe,' schetst hij de houding van de top van het stamboek. 'De KWPN-bobo herstelt ook geen fouten, omdat hij immers nooit fouten maakt. Wie hem openlijk op fouten wijst, wordt via het geruchtencircuit of door onjuiste berichtgeving afgemaakt. '
De zaak-Guldenberg is er een voorbeeld van. Guldenberg is de hengst van Frans van Hoek uit Biezenmortel, sinds 1985 paardenfokker. In 1990 doet hij met Guldenberg mee aan de selectieprocedure voor dekhengsten. Hengsten worden, voordat ze van het KWPN mogen dekken, op driejarige leeftijd uitgebreid gekeurd. Bij deze selectie wordt gelet op exterieur, beweging, gezondheid, karakter en sportaanleg. De beste hengsten gaan na drie 'bezichtigingen' naar het 'verrichtingsonderzoek' in het Federatiecentrum in Ermelo. Daar worden ze zeventig dagen getest op aanleg voor dressuur en springen. Daarna besluit de hengstenkeuringscommissie welke paarden ingeschreven mogen worden voor de dekdienst.
Dankzij deze strenge selectie, zo zegt het KWPN, heeft het stamboek in relatief korte tijd een vooraanstaande positie in de internationale paardensport opgebouwd. Voor de eigenaren van de goedgekeurde hergsten is de selectie lucratief. Een hengst dekt soms meer dan driehonderd merries per jaar; de eigenaar ontvangt ongeveer duizend gulden per dekking.
Van Hoeks hengst, een kruising tussen een volbloed en een Gelders-Gronings paard, slaagt met vlag en wimpel voor de drie bezichtigingen. Voorjaar l991 gaat het naar Ermelo, waar het verrichtingsonderzoek nog honderd dagen duurt. Ook daar maakt hij grote indruk. Na achtenzestig dagen heeft hij op zijn 'tussenrapport' gemiddeld een dikke 7,5. De paardenpers noemt hem al de verrichtingstopper, de beste van zijn jaargang. Maar op 4 april krijgt Van Hoek een telefoontje van Gert van der Veen, de vorig jaar overleden hoofdinspecteur van de fokkerij die in 1991 directeur van het KWPN is. Hij zegt dat Guldenberg bij een dopingcontrole in januari positief zou zijn bevonden op het middel oxyfenbutazon (een pijnbestrijder die binnen zes uur is uitgewerkt).
Jurist en dopingexpert Emile Vrijman, die als getuige-deskundige bij de zaak betrokken was, noemt het dopingonderzoek een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Het stamboek bleek geen goed dopingreglement te hebben en heeft zich snel op reglementen van de Nederlandse Hippische Sportbond beroepen. Het eerste monster was niet, zoals het hoort, na tien werkdagen, maar pas na vijftig dagen onderzocht. De contra-expertise was, tegen de KWPN-regels in, uitgevoerd bij de instantie die ook het eerste onderzoek had gedaan. Bovendien was de uitslag van de contraexpertise, twee dagen voor de eindbeoordeling in Ermelo, duidelijk: negatief. Van Hoek, die bij de contra-expertise aanwezig was, is stomverbaasd als Van der Veen, die er niet bij was, hem belt met de mededeling dat ook de contraexpertise positief is en dat Guldenberg Ermelo moet verlaten. 'Maar heeft u het rapport dan niet ontvangen?' vraagt Van Hoek. Nee - ja, toch wel, is Van der Veens reactie. 'Kijkt u er dan even in,' stelt Van Hoek voor. 'Nee, niet nodig, de besluitlijn staat vast.' Einde gesprek. Van Hoek spant een kort geding aan om zijn hengst toch aan de eindbeoordeling te kunnen laten deelnemen. De rechter geeft hem gelijk en stelt bovendien dat het KWPN zonder Van Hoeks toestemming niets over de vermeende dopingaffaire mag publiceren. Op overtreding staat een boete van tweehonderdduizend gulden per keer. Intussen is bij drie andere paarden die 'Ermelo' niet hebben gehaald, dopinggebruik wel bewezen. De toenmalige voorzitter, prof.dr. Van der Meij, heeft zich voor het kort geding laten ontvallen dat er nog een vierde dopinggeval is.
Nog voordat de eindbeoordeling plaatsvindt, draait de geruchtenmachine op volle toeren. Van Hoek heeft het ze niet verteld, maar de naam Guldenberg valt vaak. Ook bij juryleden. Guldenbergs cijferlijst ziet er na de eindbeoordeling heel anders uit dan op de achtenzestigste dag. De achten zijn zevens, en de zevens zessen geworden.
Normaal gesproken zijn dergelijke cijfers toch hoog genoeg om als dekhengst ingeschreven te worden. Behalve, zo zegt artikel 5.3 van het inschrijvingsreglement, als er foktechnische redenen zijn om inschrijving te weigeren. Blijkbaar zijn die er niet: de hengstenkeuringscommissie zegt in haar eindrapport dat de hengst op grond van de resultaten bij het verrichtingsonderzoek niet wordt ingeschreven. Het paard is de laatste tijd ernstig achteruit gegaan, luidt de conclusie.
Dat maakt Guldenberg helemaal een geval apart. Want eerder dat jaar bleek uit een door het KWPN gefinancierd wetenschappelijk promotieonderzoek, dat de hengsten de laatste vijftig dagen van het verrichtingsonderzoek niet veel beter of slechter worden. Op grond van dit onderzoek is de duur van het verrichtingsonderzoek teruggebracht van honderd naar zeventig dagen.
Van Hoek probeert her en der verhaal te halen. Zonder resultaat. Wel verschijnt zonder zijn medeweten en toestemming een 'officiele' publicatie over de zaak in het verenigingsorgaan In de Strengen. 'Vol fouten en verdraaiingen,' zegt Van Hoek. 'Een communicatiestoornis,' zegt het KWPN. Als Van Hoek desondanks de dwangsom wil incasseren die op iedere niet door hem geautoriseerde publicatie staat, blijkt dat zijn advocaat het vonnis van de rechter niet heeft laten tekenen. Weg twee ton.
In diezelfde periode begint een onderzoekscommissie van de leden haar werk. Want er is bij het stamboek meer aan de hand. Directeur-hoofdinspecteur Van der Veen, zo blijkt, maakt zich schuldig aan belangenverstrengeling. Verder heeft de onderzoekscommissie, met daarin Anton van Lijssel, kritiek op het gebrek aan regels voor declaraties en het niet publiceren van jaaroverzichten. De commissie verwijt het bestuur ook gebrekkige en misleidende voorlichting en spreekt zijn afkeuring uit over het voorkoken van besluiten door de toenmalige voorzitter, prof.dr. Van der Meij, en directeur-hoofdinspecteur Van der Veen. De officiele reactie van het bestuur in In de Strengen: 'De onderzoekscommissie heeft helaas nauwelijks oog gehad voor het bestuurlijk handelen van de laatste maanden en de aanpassingen die we hebben gedaan.'
De zaak-Guldenberg, die de commissie expliciet als voorbeeld van onbehoorlijk handelen noemt, wordt ook na het onderzoek niet opgelost. Dat gebeurt evenmin als het ene bestuur moet opstappen en het andere aantreedt. Van Hoek krijgt wat geld aangeboden, maar rehabilitatie van zijn paard en goede naam zit er niet in.
In 1997 lijkt de zaak met het aantreden van weer een nieuwe voorzitter, de zichzelf als puinruimer afficherende Piet Blokland, toch nog goed af te lopen. De partijen stellen een overeenkomst op: 'Van Hoek krijgt honderdvijftigduizend gulden als schadevergoeding, paard en eigenaar worden gerehabiliteerd, en Guldenberg zal in Ermelo meedoen aan een verkort verrichtingsonderzoek voor hengsten van zeven jaar en ouder. Goedkeuring en opname in het stamboek stonden volgens Blokland voor vijfennegentig procent vast,' zegt Van Hoek.
Maar Guldenberg wordt opnieuw afgekeurd. Van Hoek krijgt deze keer geen cijferlijst, maar alleen een kort rapport. Daarin staat dat zijn hengst stug is en Rouplesse mist. Ger Geertsen, al vijfendertig jaar aan de top als dressuurpaardentrainer, denkt er anders over. Hij heeft Guldenberg een paar uur na zijn afkeuring gereden. 'Het stugge viel mij mee en kwam volgens mij door de africhting in Ermelo. Ik had graag met het dier doorgewerkt. '
Een andere toptrainer, Wilco Bouwlans, reserveruiter voor de dressuur tijdens de Spelen in Seoel, heeft later die maand de hengst ook gereden. Zijn oordeel: 'Guldenberg is soepel, elegant en heeft veel front. Hoewel hij getraind was voor springen - hij sprong al internationaal - kon ik merken dat hij ook zeer geschikt is voor de dressuur.'
Van Hoek tekent weer protest aan: Guldenberg heeft in Ermelo niet kunnen presteren omdat hij er verkeerd is afgericht, is vetgemest en een huidschimmel heeft opgelopen. Maar hij krijgt geen gehoor meer. De zaak is afgehandeld en daarmee basta. Van rehabilitatie is geen sprake meer.
Begin dit jaar doet Van Hoek nog een poging om zijn verhaal bij de ledenraadsvergadering in te brengen. Aan de open vergadering blijkt echter een gesloten vergadering vooraf te zijn gegaan, waar vergaderpunten ingebracht hadden moeten worden. Wanneer Van Hoek zijn punt dan maar voor de volgende vergadering wil inbrengen, klinkt het uit de zaal: 'Maar die zaak is toch afgehandeld?' Voorzitter Blokland beaamt dat en stelt voor te stemmen of Van Hoeks punt ingebracht moet worden. Zonder hem gehoord te hebben, besluit de ledenraad de zaak als afgedaan te beschouwen. Van Hoek, die inmiddels een rechtszaak voorbereidt, heeft door de slepende affaire binnen het KWPN de reputatie gekregen van een Don Quichot, van een man die blijft zeuren terwijl hij toch zijn geld heeft gehad.
"Zo gaat dat met mensen die kritiek hebben", zegt Anton van Lijssel. Hij zit inmiddels in het verdomhoekje vanwege zijn inzet voor het behoud van het Gelders paard. Momenteel zijn er nog driehonderd Gelderse merries. Enkele jaren geleden heeft het KWPN de eisen voor Gelderse paarden aangescherpt. Waar voorheen gedekt werd met hengsten die veulens met minstens vijfenzeventig procent Gelders bloed voortbrachten, moest dat voortaan met hengsten die zorgden voor nakomelingen met minstens 87,5 procent Gelders bloed.
Van Lijssel, die meende dat de soort hierdoor gevaar liep uit te sterven, stelde voor alles bij het oude te houden. Nee, zei het KWPN in een brief aan de fokkers van Gelderse paarden, dat doen we niet. Juist het voorstel van 'meneer van Lijssel' is een gevaar voor het voortbestaan van de soort.
Het kan verkeren, want vorig jaar heeft het KWPN besloten dat er ook gefokt mag worden met hengsten die geen druppel Gelders bloed hebben. Waarom? Omdat het geen kwaad kan, zeggen de KWPN-deskundigen in het verenigingsorgaan.
Van Lijssel, eigenaar van twee Gelderse merries en een veulen, vermoedt dat er iets anders achter zit. Hij verzamelt al vijftien jaar gegevens over de vaders en moeders van topsportpaarden in binnen- en buitenland. En wat blijkt? KWPN-paarden met vijftig procent of meer Gelders bloed presteren beter dan de 'gewone' KWPN-rijpaarden. 'Door onbeperkt vreemd bloed bij het Gelders paard toe te laten, hopen ze misschien dat de prestaties van de paarden met Gelders bloed achteruit gaan, waardoor straks hun eigen falen niet meer opvalt. ' Van Lijssel krijgt zijn bevindingen niet geplaatst in het verenigingsorgaan, ook niet als open brief. Daarom publiceert hij ze maar op zijn eigen website (https://www.gelderlanderhorse.nl/KWPN_Paarden_Horses_Pferde), goed voor ruim zestienduizend bezoekers in twee jaar.
De zaken van Van Hoek en Van Lijssel staan niet op zichzelf. Talloos zijn de verhalen over ongeoorloofd bestuurlijk ingrijpen en mogelijke belangenverstrengelingen. Het bestuur heeft dit jaar bijvoorbeeld, in strijd met de statuten, zelf een nieuwe voorzitter van de hengstenkeuringscommissie benoemd. Verder is veel te doen geweest rond een lid van de verrichtingsjury die nauw betrokken zou zijn geweest bij de goedkeuring van een hengst van zijn vader.
En dan is er nog dominee Hans Bok, die in zijn vrije tijd fokker is. Hij noemt het stamboek 'moreel rot'. Vorig jaar was hij kandidaat voor het algemeen bestuur en moest hij voor een vertrouwenscommissie zijn plannen voor de toekomst ontvouwen. Het verbaast hem niet dat hij met zijn ideeen - zoals de geldverslindende KWPN-huisvesting in Huis ter Heide van de hand doen - niet werd gekozen. Hij is wel verontwaardigd dat de voorzitter van de vertrouwenscommissie in het bestuur werd gekozen. 'Er bestaat geen maatschappelijke geleding die toestaat dat de voorzitter van een door haarzelf in het leven geroepen vertrouwenscommissie als bestuurslid wordt benoemd ook al treedt die voorzitter na haar kandidaatstelling terug.'
Bok stapt naar het advocatenkantoor van De Brauw Blacksotne en Westbroek om de rechtmatigheid van de benoeming te onderzoeken. De advocaten concluderen dat die op grond van art. 2.8 van het Burgerlijk Wetboek 'juridisch omstreden' is en in ieder geval niet voldoet aan 'de eisen van redelijkheid en billijkheid'. 'Toen ik zei dat ik naar de rechter zou stappen, kreeg ik te horen dat als die zou beslissen dat de benoeming niet eerlijk was, ze haar gewoon nog een keer zouden kiezen. '
De kern van de problemen bij het KWPN, zo zeggen ook andere fokkers die liever anoniem blijven, zit in het stelselmatig eigengereide optreden van opeenvolgende hooggeplaatste KWPN'ers. Theo van den Broek, tot voor kort vicevoorzitter: 'Het bestuur is niet van deze tijd. De voorzitter en de directeur doen te veel op eigen houtje.'
Van den Broek wilde het contact en de communicatie met de achterban verbeteren en had daarom voorgesteld commissies uit de ledenraad te vorrnen en die te laten samenwerken met de portefeuillehouders in het bestuur. Het voorstel werd verworpen en Van den Broek stelde zich niet herkiesbaar. 'Inmiddels hebben ze de portefeuillehouders ook afgeschaft.' Veel KWPN'ers kijken er niet vreemd van op. De ledenraad, die het bestuur zou moeten controleren? Die zit, vertellen ze, vol mensen zonder ruggengraat die alleen maar hun best doen om in de gratie te komen bij de grote jongens.
Tijd voor een weerwoord van voorzitter Piet Blokland. Na even nadenken zegt hij: 'Op dit moment is het beter om geen commentaar te geven. ' Ook hoofdsponsor Rabobank houdt het kort: 'Wij sponsoren het KWPN omdat we het talent van ruiter en paard willen ontwikkelen. We bemoeien ons niet met bestuurlijke aangelegenheden van het stamboek. Mochten er interne strubbelingen zijn, dan heeft de Rabobank er alle vertrouwen in dat het KWPN die zelf kan oplossen. '
De critici zijn ondertussen bang dat al het 'gekuip en gekonkel' (dominee Bok) nu juist ten koste gaat van de kwaliteit van het KWPN-paard. Bok: 'Op driejarige leeftijd zijn het misschien nog toppers, maar tijdens het laatste WK voor zesjarigen zat niet een KWPN-paard bij de laatste acht.' Van Lijssel: 'Kristal, een voormalige verrichtingstopper, heeft 1208 nakomelingen waarvan er maar drie internationaal presteren.'
De revolutie lijkt dan ook nabij. Binnen het KWPN gaan geruchten dat enkele vooraanstaande leden een nieuw stamboek willen oprichten en het huidige willen overnemen. Namen! 'Nee, van mij heb je niets gehoord.'
28 augustus 1999, Vrij Nederland