Wat is het Gelders paard?
Het Gelders paard werd vanouds gebruikt in de landbouw en daarnaast
ook steeds meer voor de landelijke ruitersport. Vanwege deze dubbele gebruiksmogelijkheid
werd het ook wel veelzijdigheidspaard genoemd. Het is een prestatiepaard
dat met werken de kost moest verdienen. Het moest bovendien zo min mogelijk
kosten met zich mee brengen. Paarden die om welke reden dan ook minder
geschikt waren werden afgevoerd. Door deze selectie heeft het Gelders paard
de volgende waardevolle kenmerken gekregen:
Omvorming tot rijpaard
Het KWPN heeft grote aantallen volbloedhengsten en buitenlandse rijpaardhengsten
met veel volbloed in de afstamming goedgekeurd met als doel de oude fokstammen
om te vormen tot "moderne" rijpaarden. Bovendien werd het gebruik van veel
"bloed" via keuringen en door de handel gestimuleerd.
Daarom zijn er nu maar weinig merries meer, waarbij van een echte doorgefokte
stam gesproken kan worden. Veel mensen denken dat een doorgefokte stam
bestaat uit een moederlijn met opeenvolgende predikaten. Een doorgefokte
stam bestaat echter vooral uit een moederlijn waaraan zonder onderbreking
elke keer weer goed bloed is toegevoegd door best fokkende hengsten.
Wie op de keuringen de afstamming van de paarden bekijkt ziet maar
uiterst zelden tegelijk een goed fokkende vader en grootvader. Bijna altijd
is minstens een van de twee een slechte vererver of is er nog niets van
bekend. Het door elkaar gebruiken van allerlei rassen komt daar als extra
onzekere factor bij. Echt doorgefokte stammen bestaan daarom nauwelijks
meer in de rijpaardfokkerij.
Dat het tot nu toe met de Nederlandse fokkerij goed gaat, is zeker
niet in de laatste plaats te danken aan de degelijke oude merriestammen.
De invloed daarvan is in veel gevallen merkbaar aanwezig. Bovendien hebben
praktisch alle Nederlandse internationale sportpaarden een Gelderse of
Groninger merrie als moeder.
Onder de fokkers en fokleiding zijn er echter nog heel veel die liever
veel buitenlands bloed in de afstamming zien. Terugkruisen met een Gelderse
hengst komt niet voor, zodat het percentage Gelders bloed in de rijpaardfokkerij
steeds kleiner wordt.
De buitenlandse fokkerijen hebben veel eerder dan in Nederland rigoreus
gebruik gemaakt van de volbloed. Ze hebben daardoor eerder grote successen
gekend, maar hebben ook eerder hun degelijke basis verloren. De achterstand
die Nederland 20 jaar geleden (in 1963) had bij de omvorming tot
rijpaard blijkt op dit moment (in 1983) onze voorsprong te zijn.
Toekomstmogelijkheden
Om te voorkomen dat het Gelders paard een stille dood sterft zal aan
twee voorwaarden voldaan moeten worden. De ene voorwaarde is een voldoende
groot aantal hengsten en merries uit verschillende bloedlijnen en de andere
voorwaarde is een goede afzetmarkt voor de aanfok.
Waarneer het aantal bloedlijnen te gering is moeten op een gegeven
moment de kwaliteitseisen ondergeschikt gemaakt worden aan het oplossen
van inteeltproblemen, of moeten andere rassen te hulp geroepen worden.
Uitbreiding van het aantal bloedlijnen is ook mogelijk door te zorgen dat
goede oude Gelderse merries gedekt worden door een passende hengst voor
de Gelderse fokkerij.
Een gezonde fokkerij veronderstelt ook een gebruiksmogelijkheid voor
de fokprodukten, dus een afzetmarkt. Een fokkerij moeten steeds blijven
inspelen op de wat de markt vraagt. De Gelderse fokkerij heeft dit in het
verleden steeds gedaan. Ook het gebruik van hoog in het bloed staande vaders
bij de omvorming tot rijpaard is hiervan een voorbeeld en dit heeft goede
sportresultaten en hoge prijzen opgeleverd. Maar het Gelders paard kan
zelf in de topsport ook best meekomen.
Dit gekoppeld aan de andere positieve aspecten van het Gelderse paard,
maakt een Gelderse merrie bijzonder aantrekkelijk voor iemand die zijn
paard behalve voor sport of recreatie ook nog voor de fokkerij wil gebruiken.
Conclusie
In de loop der jaren is het Gelders paard steeds aangepast aan de wensen
van de gebruikers. Dit gebeurde door een geleidelijke ombuiging van het
fokdoel.
In de zestiger jaren is door de fokleiding de weg van de geleidelijkheid
verlaten. Sindsdien heeft een soort revolutie in de fokkerij plaatsgevonden.
Het Gelders paard moest daarbij verdwijnen.
Steeds meer blijkt echter dat de tegenwoordige successen van de Nederlandse
fokkerij te danken zijn aan de oude merriestammen van het Gelders/Gronings
paard. Die moeten we dus in stand houden zonder ongewenst bloed de kans
te geven hierin te infiltreren.
Het Gelders paard biedt zowel voor recreatie als voor topsport veel
mogelijkheden. Gecombineerd met het gebruik als fokmerrie is het Gelders
paard zelfs het meest geschikt.
Het is echter de vraag of de Gelderse fokkerij op dit moment nog omvangrijk
genoeg is om het voortbestaan ervan veilig te stellen. Daarom moet deze
fokkerij nu sterk gestimuleerd worden. Anders blijkt dadelijk dat we de
kip met de gouden eieren hebben geslacht.
A.W. van Lijssel
Bij dit artikel werd in een opvallend kader het volgende aangegeven:
"Bijgaande beschouwing is op persoonlijke titel geschreven door de heer
A.W. van Lijssel. Daarmee wil gezegd zijn dat het inhoudelijk niet op alle
punten de zienswijze van de fokkerijleiding weergeeft."
Wat de zienswijze van de fokkerijleiding wel is t.a.v. het gebruik
van Gelders bloed in de fokkerij van KWPN-sportpaarden, is nooit duidelijk
gemaakt.