(ingezonden stuk in De Hoefslag dd. 13-2-1992)

MISSER

Met verbazing en verontwaardiging over de neerbuigende toon heb ik in de rubriek BRIEVEN van de Hoefslag nummer 5 de reactie van de heer Van der Veen gelezen op de column KRITISCH BEKEKEN van Christel ter Horst in de Hoefslag nummer 2.

De heer Van der Veen presenteert zichzelf daarin als iemand die recht van spreken heeft "vanwege zijn kennis en gezag" en zegt over Christel ter Horst "vanwege nog niet zo lange ervaring zullen we haar misser maar snel vergeven en vergeten". Ervaring op zich zegt echter niet alles, want er zijn nu eenmaal mensen die snel iets oppikken en mensen die het nooit leren. Al is het natuurlijk wel zo dat mensen die van jongs af aan tussen de paarden of in de journalistiek zijn opgegroeid een veel betere ondergrond hebben.

Ik wil hier stil staan bij de kern van de zaak nl. waarom de KWPN-fokkers geen vertrouwen meer hebben in het fokbeleid dat al jaren met name door de heer Van der Veen wordt uitgedragen. Aan de vruchten kent men de boom en het is overduidelijk dat we met het fokbeleid zoals dat door de heer Van der Veen wordt voorgestaan al jaren op de verkeerde weg zijn. Acht jaar geleden stonden zowel de Nederlandse springpaarden als dressuurpaarden in heel de wereld op eenzame hoogte en kijk nu eens naar de toppaarden van onze eigen internationale ruiters. Tien jaar lang probeer ik al de heer Van der Veen duidelijk te maken dat hij met zijn fokbeleid op de verkeerde weg is en eindelijk in 1992 begint het voorzichtig tot hem door te dringen dat er iets moet veranderen.

Wat zit er dan fout in dat fokbeleid? Ik ben het met de heer Van der Veen eens dat de paardenfokkerij zich niet langs fundamenteel andere processen voltrekt als de fokkerij van andere dieren. Het probleem is dat hij zich daar nu juist niet aan houdt. Als je een koeienfokker vertelt dat hij zwartbont, roodbont, blaarkop, Swiss Brown, Jersey en Amerikaans bloed in willekeurige volgorde door elkaar moet kruisen en moet selecteren op de koe met de mooiste staartinplant en dan de hoogste melkproduktie krijgt, wordt je terecht niet voor iemand "met kennis en gezag" aangezien. Maar zo is tot nu toe wel de KWPN-fokkerij bedreven. Is het gek dat de prestaties van onze paarden in de internationale sport niet meer mee kunnen?

Terug naar de indexen. Dit is op zich een uitstekend iets, maar het moet wel gebaseerd zijn op praktijkonderzoek. Een groot aantal jaren geleden heb ik op een WPN-symposium in Wageningen de vraag gesteld of de fokkerijgegevens die de IBOP-proeven opleverden de kosten voor de fokkers rechtvaardigden. Deze vraag werd mij niet in dank afgenomen en ik werd na lang aandringen nog met een kluit het riet in gestuurd. U kent dat wel. Jaren later wordt de IBOP afgekraakt want de stamboek-leiding wil naar een centrale merrietest. Voor de PROK geldt hetzelfde. Zonder voorafgaand praktijk- onderzoek wordt de röntgenplaatjesfokkerij door de stamboekleiding gepropageerd en met het geld van de onwillige fokkers gesubsidieerd. En in dit rijtje past ook de wijze waarop bij het KWPN met de indexering wordt omgegaan. Men wil internationale sportpaarden fokken op grond van een index die ophoudt op acht jaar, de leeftijd waarop het internationale niveau nog moet beginnen. We selecteren zo waarschijnlijk op "vroeg rijp" maar mogelijk ook nog op "vroeg rot". Bovendien is ondanks mijn verzoek aan Ir. Huizinga nooit uitgelegd hoe die index-berekening precies plaatsvindt en ik heb daar ook mijn twijfels over omdat andere factoren dan de prestaties in de sport in sterke mate mee de hoogte van de index bepalen.

Ondanks het feit dat al vele jaren geleerde en hooggeleerde heren het stamboekbeleid bepalen gaat het steeds slechter met onze prestatiefokkerij en dit maakt de roep om toch vooral uit te gaan van de praktijk heel begrijpelijk. Als ik moet kiezen tussen geleerdheid zonder gezond boerenverstand of het omgekeerde, kies ik voor het laatste, want dankzij de resultaten hiervan heeft het Nederlandse sportpaard internationaal een groot aantal jaren op eenzame hoogte gestaan.

De heer Van der Veen heeft bij zijn harde reactie tegen Christel ter Horst misschien gedacht: de beste verdediging is de aanval. Of is het de bekende kat in het nauw? Want er rommelt heel wat bij het KWPN niet alleen op foktechnisch maar ook op organisatorisch en financieel gebied. Het wordt tijd dat alles eens op een eerlijke en een open wijze aan de gewone fokkers wordt voorgelegd, zodat die zelf kunnen bepalen wat juist is en wat niet en wat de eventuele konsekwenties zijn voor de betrokkenen. Mede door de column in De Hoefslag komt dat tijdstip snel dichterbij en daarna kan iedereen die de KWPN-fokkerij een warm hart toedraagt - dus ook Christel ter Horst - weer rustig slapen.

 

A.W. van Lijssel

[index] 
E-mail: info@gelderlanderhorse.nl